De blauwe wagen

Er stond een blauwe wagen
midden het druivenblauw

blauwer dan blauw een wagen
zo blauw als de verre heuvel
bij wie de blauwe wagen
de indruk wekken wou
blauwer te zijn
dan die heuvel
waartegen hij opklimmen wou

een wagen vol blauwe druiven
stond op een blauwe weg

een klein beetje rood
schoof het blauwe uiteen
het rommelde wat rond een dakpan
het bengelde wat aan een baksteen
zo maar een klein beetje rood
waaraan zich warmde Pavese
eer hij de heuvel beklom

de dichter die na zoveel blauw
vereenzaamd de ogen sloot
zag zich omgeven van rood
terwijl de wagen bleef staan
beladen met blauwe druiven
tussen de blauwe heuvels
daar op die blauwe weg