Voorwoord     Amplitudes: morgenwijdte en avondwijdte; daartussen een web van vraagtekens, twijfel en vertwijfeling, maar evengoed een kronkelweg vol levensmoed, blijheid en zielskracht.

Een ruiker bloemen is deze bundel, met felle en zachte tinten. Er is de roos 'Elvira', mijn moeder, die ik liefheb ondanks de vele doornen die het mij onmogelijk maken de rozenblaadjes aan te raken. In andere tuinen ontdekte ik andere bloemen: vergeet-mij-niet, kruidje-roer-mij-niet of noli me tangere, papaver of slaapbol; onopvallende wezens met hun eigen symboliek. Er zijn de veldbloemen in de okeren kruik naast de 'deur' die mijn jeugd oproepen en me verbinden met mijn vrouwzijn. Er zijn de anemonen in de inkom van een bejaardentehuis waar de meeste van ons ooit terechtkomen. Allemaal bloemen op het levenspad van een mens, met dichtershand geplukt en gedroogd; bewaard in een bundeltje poëzie. Naast de bloemen met hun geuren en kleuren zijn er de geluiden. Er is de dorpssmidse: geen andere plek ter wereld doet me zo sterk aan mijn vader denken. Daar vonden ze plaats, de mannengesprekken, die mijn horizon zouden verwijden: later zou ik begrijpen, dat in die kleine, donkere werkplaats mijn liefde werd geboren voor de handenarbeiders. Tevens was het ook daar, dat ik als kind -als meisje- mij veilig en geborgen wist binnen de beschutting van deze hartige mannenwereld. Ik ben de smid en de smidsebezoekers -vooral mijn vader- nog steeds oneindig dankbaar.

Amplitudes: daartussen ligt de lange weg van drempelvrees naar drempeloverschrijding, met tussen de lettertekens weergegeven een beeld van het nooit voltooide 'huis'; een huis om in te schuilen; om er te laten gedijen genegenheid, tederheid, intimiteit. Deze bundel is een uitgestoken hand voor hen die zoeken naar menselijke warmte en innerlijke verrijking. Moge hij eveneens een omarming betekenen voor degenen die het zinderende, milde, maar ook verschrikkelijke leven even liefhebben als ik; het wondere leven, met zijn vele kleurschakeringen en facetten, waarvan er zich enkele weerspiegelen in deze gedichten. Moge ik energie blijven putten uit die grote, sprankelende, nooit ondergaande zon. Moge ik blijvend horen klateren de heldere bron; die der waarachtige poëzie. Iris Van de Casteele