Stadsvijver

De spiegelvijver ligt erbij
alsof hij ogen heeft

die van een wachter uit het park
die alle vreemde vogels kent
en elke wandelaar

de kleine eenden drijven
voorbij aan het geluid van wind
tot aan de overkant

het groen geworden water
dat nooit de bedding zal bereiken
van d'een of andere stroom
neemt vrede met het licht

een vergezicht is deze vijver
van wat ooit helder was
eer het gedoemd werd te stagneren

water als spiegel van de tijd
niet meer bestaan maar vegeteren