Onderwatergezel

Fluisteren zal ik tussen de schilfers.
Van jouw stilte zal ik zijn
het onschendbaar levend geheim.

Zuurstof zal ik je geven.
Verdichten die warme huiver van jou
mijn allerinnigste lippen zuigend.

Dit zeg ik liefste. Ik die ben echo.
Niets dan je zuiverste adem. Adem in mij.
Jij die mijn diepzee bewoont. Die me wenkt
naar het licht van je glanzende schubben.

Voltooien zal ik de zee.
En van alle beloften die ene: dat ik je
zichtbaar zal maken. Zal zijn tegelijk
weekdier, speeksel en inkt.

Weids en warm in je wier.
Wier ook ik. Het zij zo.