Zonnevlucht

Het gejuich van de zon
schoorvoetend
schuivend
eensklaps lopend
schuifelend van licht
langsheen de middaglijn
rechtop zoals een paard
dat zwetend
naar de eindstreep draaft
nog even zwenken
dieper duikend
vlak bij de kim
een vlekje rood:
een stipje dood
om weg te wuiven