Bezwering

Omdat je in mij overplantte
je gezalfde bloedrode wonde,
je alles gevende bloedende hart,
zal ik het water bezweren
tot je verrijst uit het ijs.

Tot mij zullen komen zeer oude vrouwen
en in mijn woonst van oneindige stilte
zal worden gezuiverd in gloed
je schamele zichtbaarheid.

In het huis der geluiden
zal ik goochelen met klanken
tot je zult worden herboren aan licht.

Nooit meer zal je zijn een gezicht.
Voor altijd zal worden gescheiden
jouw aardse bestaan
van je eeuwige duur.

Dit zegt de stem van het vuur,
een aangeblazen glimmende vonk,
die heel even doet glanzen
de lichtzuigende groeiende cellen
van het in zee zich verspreidende wier.