Chimère

Zwevend glazen paard
dat wit als porselein
mij naar de verte voert
schrik niet van het geklop
dat uit mijn vingertoppen
vanuit mijn boezem komt
breekbaar je te weten
ontneemt me alle rust
zelfs wanneer je zacht als sneeuw
over mijn blauwe velden rijdt
komt geen vergeten
naderend het licht
hoor ik snavels breken