Oeranus
Een kei slingert zich vrij een reuzensteen één wiens bedauwde lippen bewieroken de aarde
een kei die als een spons het lauwe speeksel van het gras in zich verzamelt zoals de zon verzamelt haar aangemeten stilte
omwille van het wonder voed ik zijn huid met mos
ik raak hem aan met handen die hem zichtbaar maken ik raak hem aan met ogen waarin het water woont