de Helle

Tussen hemel en hel

Iris Van de Casteele

Een veld vol papavers

Hoe hij zich ingroef.
Hoe hij dan lag te luisteren
tot de zon de nevel doorboorde
met licht.

Hoe het dan spatte
uit duizend geweren,
hoe de vogels verbloedden
in het klaprozenrood.

Papavers. Een veld vol papavers.
Zoveel schrijnende wonden.
Zoveel gloeiende ogen.
Zoveel aarde ontwricht.

Nooit sprak mijn vader van dood.
Jaren later werd hij begraven
met de schreeuw in zijn keel
die zijn leven zozeer had verkort.

Papavers. Zoveel papavers.
Mijn ogen verkennen de Westhoek
met de angst om mijn vader
in elk beetje rood.