Nawoord
Het woord geel in de titels (geel) en (in blauw in geel) verwijst
naar de stad Geel in Vlaanderen.
Het is een plaats waar mensen in een inrichting voor zogezegde zwakzinnigen terechtkwamen.
Enkelen werden -zoals mijn grootmoeder- na verloop van tijd bij boeren geplaatst
waar ze kosteloos zwaar werk moesten verrichten, én de kinderen van het boerengezin
opvoeden, en dat tot aan het einde van hun dagen, armoedig gekleed in blauwe boerenstof.
Emma mocht haar eigen kinderen niet opvoeden, noch bezoeken. Ze kwam in de Geelse
inrichting terecht nadat ze bij de geboorte van haar vijfde kind aan een postnatale
depressie ging lijden. Deze werd veroorzaakt door een nijdige buurvrouw die Emma's
kippen tijdens haar zwangerschap allemaal de nek had omwrongen.
Tekening kaftbeeld:
Stanislas Lépine (Caen 1835 - Paris 1892)
 |
Uitgever : De Distel |
Voorpagina
Voorwoord - D. Van Killeghem
Grootmoeder
(weeën)
(bevalling)
(een moeder ging)
(geel)
(geschonden)
(in blauw in geel)
(klein verweer)
(denkend aan onderdijke)
(elders)
(de voedster)
(bezoek)
(haken)
(de riek)
(nadien)
(visioen)
(gloed)
(wording)
(oogpunt)
(ze bestaat)
Nawoord
