(geel)

Reeds jaren doolt ze rond
de wintertuin van geel
is een verzwegen oord

tussen de doden
heeft ze geleefd
de levenden
gaven haar levenslang
een muts een klomp
en het genadebrood

het erf loopt leeg
de vreemden gaan
verslagen

zij pookt wat in het vuur
roodgloeiend is de tang
de bloemen het behang
vooral de bes
de bes is rood