Voorwoord - Denijs Van Killegem

Wat me in deze pregnante bundel Emma van Iris Van de Casteele zo boeit is die in vrijwel elk gedicht weer opduikende intense spanning.
Prachtige poëtische beeldentaal, met soms bijna profetische allure, vindt haar tegenhanger in een ietwat robuuste en stugge, maar levensechte Vlaamse spreektaal.
Een soms heel vreemde gebrokenheid in de zinsbouw wordt afgewisseld met 'zegbare' uitdrukkingen, zo uit iemands mond gehoord. Fijnzinnige beelden en diepe levenswijsheden worden geconfronteerd met pastorale en huiselijke sfeerbeelden. Een soms ietwat nukkige en eigenzinnige ritmiek glijdt over in soepele muzikaliteit en harmonie. En dieper op de inhoud van de gedichten ingaande, merk je hoe de vorm in deze bundel wezenlijk ten dienste staat van de gedachtegang, er een eenheid mee vormt.
Dat alles geeft deze gedichten zo'n relativerende kracht, zo'n sobere gratie, en zo'n fascinerende authenticiteit, dat de gedichten van de bundel 'Emma' je heel diep raken en -eerlijk gezegd- een beetje overrompelen. Hoewel het ook een boek is over psychisch lijden en tragiek, machteloosheid en verlatenheid, voert Iris Van de Casteele je langs de vele wegels mee, waarlangs je wandelen moet om te leren hoe met lijden om te gaan, en het te verwerken. Je leest er de catharsis in van een oprechte dichteres die, via het leed van een geliefd familielid, de zin van het lijden zoekt. Maar ze verstaat de kunst haar onderwerp boven het persoonlijke en anekdotische op te tillen, zodat de gedichten die verwijzende dimensie krijgen waardoor ze universeel worden: kenmerk van waarachtige poëzie.
Laat mij er nog aan toevoegen dat deze gedichten diepreligieuze gedichten zijn alhoewel het woordje God nergens te bespeuren valt. Religieus dan in de oorspronkelijke en letterlijke betekenis: de bundel ademt een intense verbondenheid uit met natuur en kosmos, en omheen de heel erg menselijke pijn voel je de sluier hangen, (ik schreef bijna het 'vangnet') van Iemand die groter is. Raad je de tedere aanraking van Degene die alles in zijn handen houdt. Raak je bijna het Licht dat de gebrokenheid optilt en uitzuivert.
Kan iemand nog intenser zeggen wat een gedicht kan zijn hoe je daarin de geliefde gestalte van je grootmoeder wilt oproepen: 'Met lettertekens / bijna sacraal / haal ik u zwijgend / uit het misdeelde licht/.