(denkend aan onderdijke)

Nu gaat ze in de stal
niet zonder tederheid
de aarde broeit
ze wasemt weg in geuren
ze rust

want tijd
die heeft ze nu teveel
voorgoed zal zij gebonden staan
aan het verkeerde zeel

ze zegt het niet
ze denkt
hoe men in onderdijke
nu zonder haar
de oogst naar binnen haalt

hoe in het ouderhuis
onder de tafel treuren
de poten van haar stoel

ze zegt nooit veel
ze denkt het maar