GERDA DE PRETER: BLlNDGANGER

Een opmerkelijk debuut

Gerda De Preter (°Heist-op-den-Berg,1958) heeft het aangedurfd om een eerste bundel poëzie uit te geven, gesterkt door een palmares van bekroningen bij poëziewedstrijden en als jeugdschrijfster. Een talent als dat van Gerda De Preter mocht niet verborgen blijven.

De titel Blindganger zegt waarover het in de bundel gaat: over de mol. De mol graaft diep in de aarde, Gerda De Preter graaft diep in de doolhof van haar emoties, van onze emoties. Dat hier gezinspeeld wordt op het blinde noodlot, is zeker, maar het werkt niet verlammend of onbehaaglijk in haar poëzie. Er is niet altijd verlies, er is ook hoop, er zijn de vertederende herinneringen en de (her)beleving van het moment. Maar het thema van de dood als blindganger is in de bundel dominant. Het leven, dat van de dierbare familieleden, de tuin, alles wordt door de mol ondergraven. Ook in Vader is de blindganger aan het werk (en dus ook in de dochter):

De stilte al te luid
wiedt hij met open mond

graaft hij sprakeloos
mijn wortels uit.

De dode, skeletmagere vader wordt zelfs vergeleken met een

oud mussenjong dat opvloog tegen het raam

-een sterk beeld dat bijblijft. Als een rode draad loopt het vluchtige van het bestaan door haar poëzie. Niets beklijft, alles verdwijnt. Maar we zijn zo gehecht aan al dat vergankelijke.
Gerda De Preter bewandelt in haar poëzie de moeilijke tussenweg tussen verhaal en verdichting. Dat maakt haar werk zo boeiend. Toch lezen haar gedichten niet al te vlot. Je moet ze vaak herlezen, zo worden het kleine drama's die je allengs meer aangrijpen. Geen wonder dat bepaalde thema's in de bundel verankerd liggen: (Orpheus en) Eurydice, De Schreeuw van Edvard Munch, A la recherche du temps perdu, herfst en winter, requiem, uitvaart.

...hoe zij zocht en niet vond, omkeek
naar het raam waar hij stond,

hoe hij dat zag en zweeg alsof
zij een hand op zijn mond had gelegd,

kijkt en niet zegt dat het tijd is
om terug te keren.

(Eurydice)

De taal van Gerda De Preter is beeldend en oorspronkelijk:

De herfst raast weer
als een bromtol door de tuin.

In elk gedicht spreidt ze een staalkaart van treffende metaforen uit; haar poëtische energie vibreert onverpoosd op een hoog peil.
Je zou, als je wilt, Gerda De Preter kunnen betrappen op goedkoop sentiment. Een gedicht als "Eerste schooldag" leent zich daartoe; het bekende thema van het fietsende kind dat door een auto omver wordt gereden. Toch herlees je dat gedicht niet zonder dat de gevoelige snaar (die je angstvallig wegmoffelt onder een afwerend speldekussen) in je binnenste gaat tri11en. Je ontkomt er niet aan.
De dichteres weet je te strikken met haar ongekunstelde formulering.
Twee gedichten, het eerste (zonder titel) en het voorlaatste, geven de juiste toon aan de bundel. Ze zijn aan elkaar gelinkt, want het gaat om dezelfde figuur, de stervende moederfiguur. Vooral Uitvaart is een huiveringwekkend gedicht:

We zaten samen in de tuin, de wind
ging liggen in het gras. Krekels sliepen,
bomen zwegen. Niets bewoog
de tijd had het begeven. Ziek van geluk
keek je me aan. Je ogen zeiden dit
komt nooit meer goed, laat daar geen twijfel
over bestaan. Ik herinner me
dat ik dacht ik moet
weggaan, nu, zonder om te ki.jken,
maar dat heb ik niet gedaan, ik bleef
maar ademen
ademen
tegen je ongeneeslijke lichaam aan.
Later, veel later, kwam de regen.


UITVAART

Wellicht wou zij van de stoe!
nog naar het bed, zacht skelet
dat slagzij maakte in het lekkend
vlees, het tij in zich deed keren.

Woorden schuimden in haar
mond, armen roeiden doelloos
naast de romp, ribbenbogen
daalden, rezen, zilte klanken

kapseisden in de keel, verdronken
in een ijle kreet. Wij kwamen,
knielden naast haar neer, zwegen
toen wij zagen hoe het brakke
water tot de lippen steeg,
hoe de golfslag langzaam uit
het dichtgeslibte oog verdween.

De bundel Blindganger is verrijkt met grafiek van Colette Cleeren, die de thematiek van DP's poëzie treffend illustreert. Een benijdenswaardige prestatie van de gereputeerde Uitgeverij P te Leuven.

Gerda De Preter: Blindganger. Uitgeverij P, Leuven, 2003- 40 blz.. geïllustreerd. Prijs: 13 euro.


MOL

Er woont een minnaar in mijn tuin,
een kompel met fluwelen handen,
Hij klopt, betast en streelt de rulle
wanden, breekt met zachte vingers
de vochtige aarde aan. Zij laat begaan.
Zoals hij stijgt en daalt, hardnekkig al
haar gangen gaat, lichtvoetig kruipdier
van genot dat in haar bekken sluipt,
kleine doodgraver van verlangen,
blindganger van geluk die in haar huid
zijn tekens weeft, dan huiverig naar
adem snakt en wegvlucht uit haar schoot.
Zij meet de schade, wist zijn sporen,
sluit zich onbewogen, als hij boven haar
de handen strekt, het nekvel spant
en stil het hoofd buigt voor de spade.

Gerda De Preter

 

WINTER

achter zwarte skeletten
schaars met sneeuw bedekt.
Honden met krulstaarten
volgen gedwee de jagers
die met dode hazen dalen
naar het witte dorp
waar kraaien draaien boven
kinderen op krakend ijs.
Een vrouw draagt op haar rug
een takkenbos naar de haard
waar de blinde man verkilt.
Egel en mol begraven zich
voor de lange winterslaap.

Gonda Lesaffer


GRAVER

Soms voel ik mij zoals de mol
zich voelen moet. Ik heb behoefte
te verkennen mijn onderaards gebied.
Met het luttel gewicht dat mij
gegeven is probeer ik kluiten om te
woelen. Mijn groot verlangen is goed me
voelen daar waar geen mens me ziet.

Mijn schamel lijf bezit een huid
vol glans. Zo donker als ik ben of lijk
zo helder wordt het mij wanneer
ik graaf mijn gangen.

Ik voel me goed wanneer ik 's nachts
een boom ontmoet, wiens
wortels ik bekijk, betast, beadem,
en er verrukt mijn neus op druk. Hem aai
met heel de zachtheid van mijn lijf.

De harde korst der aarde kent
mijn wilskracht. De opgehoopte geest
wijst naar mijn woonst. Geen vredig lot
wacht mij. Geen loflied. Geen gezangen.

Ja, ik gelijk de mol. Een graver.
die om het glanzen van zijn huid, benijd
en achtervolgd, ten leste wordt ontlijfd.
Terwijl de dauw klimt in de bomen
zie ik als in een flits die éne spade,
die mij zal geven, de één of andere dag,
de onvermijdelijke genadestoot.

Iris Van de Casteele


F.D.P. , 27 november 2003

Home