Plechtigheden en
herdenkingen tot 1953



In 1948-1949 werden de zinken kruisjes systematisch vervangen door stenen zerkjes.
De opname werd gemaakt vanaf het offerkruis in noordelijke richting.

In 1949 brachten heel wat hoogwaardigheidsbekleders een bezoek aan de militaire begraafplaats. Op 24 maart was het de beurt aan de aartsbisschop van Québec, monseigneur Roy, die in het gezelschap van ambassadeur Victor Doré en van monseigneur Calewaert, bisschop van Gent, de Canadese gesneuvelden kwam eren. Andere gasten waren nog ridder Alex le Clément de Saint-Marcq, echtgenoot van de ons bekende mevrouw, en een broer van haar.

Op 30 mei kwamen twee bisschoppen op bezoek: Mgr. M. O'Neill, aartsbisschop van Regina en Mgr. Philip F. Pocock, bisschop van Saskatoon. Steeds werden de hoge gasten ontvangen op het gemeentehuis, waar ze het gulden boek tekenden.

De officiële herdenkingsplechtigheid ging in 1949 ei zo na niet door. De oorzaak was te zoeken in de moeilijkheden die binnen de vereniging waren ontstaan door het ontslag van mevrouw le Clément. De plechtigheid kon daardoor niet doorgaan op 3 juli en werd dan maar verplaatst naar Allerzielen, 2 november. Het was een heel wat soberder gebeuren in vergelijking met voorgaande jaren. Van de vereniging België-Canada waren zelfs niet alle leden van de raad van beheer present.


Op 24 maart 1949 bezocht Mgr. Maurice Roy, aartsbisschop van Québec, het kerkhof.
Zijn bijzondere aandacht ging naar de gesneuvelden van Le Régiment de la Chaudière.
We bemerken: Mgr. Calewaert, Mgr. Roy, ambassadeur Victor Doré, burgemeester Albert De Kesel, Paul Migeon.

Ook in 1950 werd de Canadese dag op 2 november georganiseerd. Het was de eerste keer dat Paul Migeon als voorzitter de hoge gasten verwelkomde. Ambassadeur Maurice Pope leidde samen met zijn echtgenote Simonne de omvangrijke delegatie van de Canadese ambassade. Het was opnieuw een grootse herdenkingsplechtigheid en in het lieve dorpje langsheen de Grote baan Brussel-Oostende gelegen, hingen de vlaggen halfstok en woonden de inwoners de plechtigheid talrijk bij. Nieuw was de aanwezigheid van de Meters van de gesneuvelden en van het Beschermcomité der Canadese graven, dat onder de leiding stond van mevrouw Martou en waarvan de bedoeling was evenveel meters te vinden als er graven waren op het kerkhof. Die meters zouden instaan voor het onderhoud van een door hen gekozen graf en ze zouden ook - voor zover dit mogelijk was - contacten leggen met de familie in Canada. Het initiatief kende succes, want op 1 november 1950, daags voor de officiële herdenking, kwamen alle meters samen in de kerk, die bomvol zat.


In maart-april van 1953 kreeg het Adegem War Cemetery zijn definitieve vorm.
Naast de monumentale ingang word ook het houten kruis vervangen door een
stenen Cross of Sacrifice dat werd uitgevoerd in Engelse Portlandsteen.

Voor 1950 moeten we ook het bezoek van officieren en soldaten van de Canadese Zeemacht op 20 oktober vermelden. Voor sommigen werd het een merkwaardig weerzien met een vriend die nu begraven lag...

De volgende plechtigheid werd voor het eerst gehouden in september: op 16 september 1951 werd gestart met een jarenlange traditie waarvan maar zelden werd afgeweken. De vereniging België-Canada had geopteerd voor de tweede zondag van september omdat precies in die maand onze streek was bevrijd.

Het kan niet worden ontkend dat er op den duur sleet kwam op de strakke formule van de plechtigheid. Voorzitter Paul Migeon bezat echter veel zin voor initiatief en in 1952 mocht hij voor de eerste keer een vertegenwoordiger van de koning verwelkomen. Het verzoek was al vroeger ingediend, maar wegens de koningskwestie nooit ingewilligd. Het was in feite de koning zelf die men vroeg, maar die liet zich steeds vertegenwoordigen door een generaal. In 1952 was de koningskwestie opgelost en dus kwam vleugeladjudant Luitenant-Generaal Piron op 14 september naar Adegem. Het werd opnieuw een herdenking waar "vuur" in stak, niet in het minst door de aanwezigheid vele hoogwaardigheidsbekleders die talrijker waren dan voorgaande jaren: ambassadeur Maurice Pope en echtgenote Simonne, die notabene een Belgische was, Mgr. Calewaert, gouverneur Van den Bogaerde, kolonel Van der Stichelen, vertegenwoordiger van de Minister van Landsverdediging, burgemeesters uit de hele omtrek, volksvertegenwoordigers, enz. De Imperial War Graves Commission was vertegenwoordigd door generaal Foster, die Brussel bevrijdde en vroeger al eens een officieel bezoek bracht aan het kerkhof. De aanwezigheid van de muziekkapel van de Zeemacht bracht ook wat meer sfeer op de plechtigheid.

Op het kerkhof zelf werd de erehaag gevormd door soldaten van de luchtmacht en infanterie. De minuut ingetogen stilte maakte veel indruk op de aanwezigen, l'immensité de la minute de silence apporta son message de confiance et d'espoir. Aan de indrukwekkende bloemenhulde scheen maar geen eind te komen. Na het spelen van de volksliederen werden de notabelen ontvangen op het gemeentehuis, waar verschillende vriendschapsbanden nauwer werden aangehaald.

In de namiddag werd ambassadeur Luitenant-Generaal Pope en echtgenote een lunch aangeboden in Gent. Hij dankte de vereniging België-Canada zeer hartelijk en loofde Paul Migeon omwille van son oeuvre magnifique. Ook had de ambassadeur woorden van lof voor "Ie témoignage des humbles, des gens du terroir, restés fidèles, du fond du coeur, au glorieux souvenir."

Op twee november kwamen de Vereerders van Canadeese Militaire Ere-Akkers op bedevaart naar Adegem. Onder leiding van mevrouw Martou, lid van de raad van beheer van België-Canada, werd een bijzondere hulde gebracht aan de 39 gesneuvelde Canadese soldaten die tot Le Régiment de la Chaudière behoorden.

Bedevaarders die eind 1952 - begin 1953 het kerkhof bezochten hadden al lang gezien dat het een en ander zou worden gewijzigd, want reeds tijdens de plechtigheid van september 1952 stond het houten offerkruis er gedeeltelijk ontmanteld bij. In maart-april 1953 kreeg het kerkhof zijn definitieve vorm en werden de ingang, het kruis en de gedenkhal naar de plannen van een Engels architect uitgevoerd door aannemer Gaston Heene uit Eeklo.

De monumentale ingang wordt bekroond door twee pilasters van 5 meter elk; het 7 meter hoge offerkruis werd volledig opgetrokken in Portlandsteen, ingevoerd uit Engeland. Het bronzen zwaard op het kruis weegt 47 kg. Aan het einde van de centrale middengang werd de gedenkhal opgetrokken. De bezoeker wordt er in drie talen aan herinnerd hoe en waarom het kerkhof er gekomen is. In het midden bevindt zich een bronzen kistje waarin het Cemetery Register bevindt waarin bezoekers een boodschap kunnen schrijven. Ook kan men er een officiële brochure raadplegen waarin o.a. al de namen staan van de hier begraven soldaten. De bouw van het geheel is specifiek Engels en het lag in de bedoeling van de architect dat de aandacht van de bezoeker bij het betreden van het kerkhof onmiddellijk getrokken wordt naar het centrale offerkruis. Op foto's van plechtigheden wordt de bedoeling van de architect pas duidelijk: de personaliteiten betreden het kerkhof tussen twee rijen soldaten waarachter het publiek staat. Ze stappen bijna automatisch tot voor het centrale offerkruis en hun aandacht wordt door niets afgeleid. Bij sommige herdenkingen werd dit wel eens uit het oog verloren.

De officiële Canadese dag vond in 1953 plaats op 13 september en kende een klassiek verloop. Bij de bloemenkransen die werden neergelegd was er voor het eerst een kroon bij 'de coquelicots de Flandre', rode klaprozen. Na de ontvangst op het gemeentehuis reden de leden van België-Canada en de ambassadeur van Canada met zijn staf naar Knokke, waar ze dineerden in de salons van St.-Georges Palace, dat geheel was versierd met Canadese vlaggen. Ambassadeur Pope toonde zich een dankbare gast, want in een brief van 22 september aan voorzitter Migeon heeft hij het over "les belles cérémonies" en steekt hij zijn lof voor Paul Migeon en zijn vereniging niet onder stoelen of banken: " Permettez-moi de vous dire combien vous devez être fier de votre Association Belgique-Canada et de la belle et émouvante cérémonie qu'elle organise chaque année à Adegem. Cette cérémonie est unique; tout est si bien fait en restant toujours d'une simplicité et d'un naturel touchants."

Het was de laatste brief die ambassadeur Maurice Pope schreef, want in december werd hij vervangen door Charles Pierre Hébert, die reeds in België had verbleven en "brandde van verlangen om België en zijn buurland en partner Luxemburg terug te zien en aldus de vreugde te smaken de reeds zo vriendschappelijke banden die tussen onze landen bestaan nog nauwer te kunnen toehalen."


© Hugo Notteboom / Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, 1994
Deze webpagina bevat auteursrechtelijk beschermd materiaal. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Home