De ogen van de koe
Pieter Van Diepen

 
 

vier

vier jaargetijden

vier filmfragmenten

vier boerenzoons

vier koeienstadia

vier ze uitbundig

 


Vier jaargetijden
hai koe

winterwarme stal

snuiven, gezoem van vliegen

de volmaakte rust

eruit! staart omhoog

schonkige lijven rennen

lente in de bol

kauwen, herkauwen

loom in het zomerse gras

ogen op dromen

striemende herfstbui

dicht bijeen, kont naar de wind

en de kop omlaag

warme oude koeienstal

stoffig hout, vol spinnenwebben

de koppen naar het middenpad

lastig met melken, je moest

met je klompen door de groep

een nieuwe stal, staal, steen

killer, de koeien met de kop tegen de muur

de kont naar het pad, je had

wel spatschutten nodig

west-friesland, nee

wij hadden geen mooie stolp

met een deel, een lange en korte regel

maar een gewone stal en we zeiden

gewoon groep, geen grup

een loopstal, op zichzelf is het

goed de koe de vrije loop te laten

als gedachten

als de koe als waarheid

de lente in, het land in

opgetogen hollend naar al

dat frisgroene gras, hetzelfde hollen

naar de stal tegen melkerstijd

voertijd

bij ons vooral zwartbont

hier en daar een rode

of een blaarkop, allochtonen

zomergeur, een vers

gemaaid stuk grasland, daarna

na keren schudden wiersen wat al niet

de al even heerlijke geur van hooi

melken, in de winter warm

in de zomer zingend in de zon

maar oh, in voor- en najaar, de koeien buiten

donker nog, je hoort de regen kletteren

en dan de bagger in

melken met de hand

dat spreekt

 


Vier filmfragmenten
hai koe

naar buiten, het zit

erop, de invalshoek van

de uitvalsbasis

dan, een lange tocht

schokkende beelden van een

baggerwandeling

drinken onderweg

en weer voort, die zwarte al

bijna ingehaald

daar is de groep, een

korte begroeting en het

grazen begint weer

meteen valt en val je op

de ogen van de koe

peilloos diep zwartglanzend

de wereld door

de ogen van de koe

onthoornd geel geoormerkt

3318, moderne koe

wij hadden saar, trien 10, trien 12

dezelfde ogen

een half uur koe 3318

die behoort tot de geluksvogels

die naar buiten mogen, zelfgrazers

geluksweidevogels

naar buiten, wolkenlucht

waarom zag marsman denkend

aan holland geen zwart-witte koeien

traag door oneindig grasland gaan

daar is beslist

veel verstandigs over te zeggen

kuddedier individualist zoekt zijn weg

naar de uitgang van de computergestuurde

centrale melk- en regelkamer

schokkend, sjokkend door de bagger

schoone koeyen, vond cats

wat wil wat beoogt de koe

zou ze genieten van het landschap

als zodanig

dat een dier

met de niet mis te verstane naam

bos zo weinig bomen voorhanden heeft

voorhoeven

zoogdier mens oogdier, gezichtsverlies

is ernstig, voor de koe

is reukverlies erger

grazen wat hij lust of zijn leven

ervan afhangt, secuur om de mest

en boterbloemen heen


Vier boerenzoons
hai koe

als kind de beelden

van het ophalen, melken

drukte op het bon

ik heb ze vervloekt

op het lyceum, als ik

weer aan de beurt was

melancholie toen

mijn vader ging stoppen en

later ook mijn broer

nu neotene

herinneringen, ik ben

dichter bij de koe

je molk al jong, een grote

emmer zelfgemaakt blok spanketting

verbazing, de koe at onverstoorbaar door

de ogen van een kind

zenuwen bij het verweiden

naar het land verderop langs de weg

alle kinderen bij open plekken, tuinen

het mooist is de hooitijd, eden

ruiters roken schelven

en tegen drieën zie je je moeder die het land

inkomt met een mand thee koek boterhammen

maar op school, huiswerk of niet, proefwerk of niet

melken ging voor, de lucht

die niet van je handen af te boenen was

een mengsel van melk en mest en dan in de klas

het gevoel in je maag als je vader

de trap op komt en je weet je bent aan de beurt

je houdt je slapend hopend dat

hij niet weet wie, een ander wakker maakt

mea culpa broertjes

in het weekend met je vrienden of erger nog

je vriendinnetje in het café en dan

tegen melkerstijd: jongens ik moet naar huis

ging je melken ging je voeren

mijn broer boer in de voerstreek

met diploma handmelken, mooier nog

dan mijn dansdiploma met lof

samen op laarzen door glooiend land

bagger en daarna

weer naar comfortabel kantoor

boer met stropdas, vaak met koeien

gekke koeien

achtergrondscherm van mijn pc: koe.bmp

jong nog, vaalwit, de oren zwart

charolais misschien, onhollands weiland

de tong ongegeneerd in een neusgat

zo'n screensaver! in, uit

 


Vier koeienstadia
hai koe

kwetsbaar kalf, zo dun

vel en botten, bibberend

vangt het leven aan

de tegendraadse

pink vol (eigen) hormonen

pubert hij wat af

met de eerste dracht

van vaars tot koe, haar bestaan

is melkmoederschap

al haar kalfjes zijn

de oude koe ontnomen

maar geen boe of ba

nuchter naar een kalf

kijkend, de aaibaarheid beperkt

knokig, het zijn de ogen

bij een koe begrijp je het

woord barensnood pas goed

er verschrikkelijk hard aan trekken

desnoods met een constructie

met zwengel en lier

de nageboorte, koelicht

in gruwelkleuren, achteloos

op de mesthoop geworpen

kalveren voeren, emmers slobber op een rij

gulzig duwen en naderhand je hand

het intense sabbelen

nooit nooit de gedachte aan

kalfsvlees kalfsleer

pink een beetje punk

bijdehand

bij de pinken bijna

biologie op de boerderij

een vaars naar de stier, enorme bul

beter dan de treurnis van

een stier op een kunstkoe

kar met een lap koeienhuid

koe: tweehoevig herkauwend zoogdier

symbool van vruchtbaarheid moederdom

het kalf meteen weg, heeft ze verdriet

kent ze kalverliefde

trien 10 de moeder van trien 12

dochter en moeder samen

zonder het te weten

zwartbont roodbont lakenvelder

de ogen de wimpers de rest van de anatomie

kop hals romp, de koe ís poëzie

ik denk na mkz

bij veestapel nooit meer hetzelfde

 

Terug