Adegemse Hoeven - Het Goed Altena


-
Adegemse Hoeven - Het Goed Altena
  1. PAA, 21, Kerkrekening 1797.
  2. RAB, Nieuw kerkarchief 390, Visitaties deken Kerremans,
    Ook onderpastoor Andries Hemeryck sprak geen goed over de pastoor. Op zon- en feestdagen zat hij niet in zijn biechtstoel: « non sedeat dominicis et festis in suo confessionali tempore misse matitune... ». De pastoor « excusat se per distantiam domus sue ab ecclesia... » (de pastorij lag te ver van de kerk !). Nog zei Hemeryck dat « in domo sua ancilla Do. pastoris Ste Larentij in festos Sti Adriani proxime preterito adsederit mense ipsius cum hero sui adhic alij erant invitati ». De meid van de pastoor van Sint Laureins was rond het feest van de H. Adrianus ter pastorij geweest en had er zelfs aan tafel meegegeten !
  3. English M., Pastoorslijsten, Appeltjes van het Meetjesland, nr 19 (1968), 240-248.
  4. PAA 134, Pachtbrief, 1 maart 1718.
  5. Zie ook nog:
       Bezoek aan Adegem
       Oud-Adegem (overdruk uit Appeltjes van het Meetjesland, nr 19, (1968), 305-341.
  6. PAA, 231, Pastorij en RAB, Nieuw kerkarchief 390, Visitaties deken Kerremans: « Domus pastoralis stans in fundo presbijterij fuit combusta a gallis anno 1683... ».
  7. Bissschoppelijk archief Brugge, Reeks F, Parochies van het bisdom, Adegem.
  8. RAB, Nieuw kerkarchief 390, Visitaties deken Kerremans.
  9. PAA, 142, Register van het Broederschap van het Heilig Schapulier.
  10. Voor de verdere tekst maakten we in hoofdzaak gebruik van:
       PAA, 231: Pastorij
       BAB, Reeks F, Adegem
       en vooral: RAB, Jesuïten, 1835.
  11. BAB, reeks F, Adegem.
  12. RAB, Nieuw kerkarchief, 417, Dagregister deken Aardenhurg, 1690-1714.
  13. RAG, Adegem, Modern archief 1-24, Tableau concernant.
  14. RAG, Adegem, Modern archief, 279/1, Immobilière belasting - Rol der eigenaars, 3 ventose an XIII.
  15. Kadastraal plan Popp.
  16. Mij meegedeeld door de Heer Jozef De Keyser, waarvoor hartelijke dank.

Het Goed Altena

door LUK STOCKMAN

1. DE OORSPRONG

Reeds heel vroeg bezat het Brugse Sint-Janshospitaal een stuk moergrond in het grensgebied van Adegem en Eeklo, zoals uit de afpaling van de keure van Eeklo in 1240 blijkt (1). In die hoek van Eeklo had het hospitaal tien bunder moergrond en woeste grond van gravin Johanna en graaf Ferrand gekregen (2). Het is pas in het begin van de veertiende eeuw dat de broeders van Sint-Jan hun grondbezit in die omgeving zullen vergroten. In 1303 verwierven zij door schenking en door aankoop 35 bunder woeste grond te Veldekens « in den Vrouwenmate van Zuinarde » (3). In 1274 had Aelis, weduwe van Wouter van Zwijnaarde, meer dan 253 bunder moergrond en woeste grond van gravin Johanna van Constantinopel gekocht gelegen tussen de Moeie, de Stad Eeklo, de Zoutweg en de Lieve (4). Die 35 bunder lagen in de grote blok die Aelis van Zwijnaarde in 1274 had gekocht. Een stuk van 12 bunder was trouwens door haar zoon Jan van Zwijnaarde aan het Sint-Janshospitaal verkocht geworden (5).

In 1303 bezaten de broeders van het Sint-Janshospitaal minstens 45 bunder grond te Veldekens, waarop ze waarschijnlijk een hoeve gebouwd hebben om de omliggende woeste grond te ontginnen en de moerasgronden te ontturven. In de rekeningen van 1292 en 1295 vinden we reeds uitgaafposten voor het delven van turf te Oostwinkel (6).

Alhoewel er reeds moergronden in 1292 in uitbating waren denken we toch dat de hoeve Altena slechts ten vroegste in 1303 werd opgericht na de aankoop van de 35 bunder. Het goed Altena verschijnt echter maar voor het eerst in de bronnen in 1315 wanneer broeder bursier in de rekeningen noteert dat hij 309 p. 2 sch. heeft ontvangen « vanden hove te Moere ende Altena » (7). Vanaf 1321 wordt de opbrengst van het goed Altena afzonderlijk in de rekeningen genoteerd (8).

Het Sint-Janshospitaal trachtte ook zijn bezittingen te Veldekens uit te breiden met landbouwland: in 1323 verwierven zij 7 1/2 g. land, waarvan 6 g. « beoest der Lieven » en 1 1/2 g. « bewest der Lieven » zijn gelegen (9). In 1330 kwam daar nog .8 g. land bij, gelegen « an die oestzide van der Leyen », verder nog 4 g. land « up Scoermanshil » gelegen, 1 g. woeste en moergrond gesitueerd « inde zevene ende twintich bonre » en tenslotte een half bunder meers gelegen « up de Jabbeke », ten westen van de Lieve (10).